“Ik ben de achtste generatie”, vertelt Dennis. “In 1845 begon mijn verre overgrootvader een slagerij in Vlissingen, in de Nieuwstraat.” En de familielijn loopt vanaf dan - van vaders op zonen - rechtstreeks naar Dennis. In 1994, ruim na het 100-jarig bestaan, ontving Gillissen het predikaat Koninklijk. “We zijn hofleverancier.” Ook de aansluiting bij de Keurslagers dateert uit die tijd: “Mijn vader is lid geworden in 1992, een prima besluit!”
Keurslager Gillissen is een 100% familiebedrijf onder leiding van Dennis. Hij nam de zaak eerder dan gepland over van vader Frans. “Mijn vader is erg ziek geweest. Maar als het kan, helpt hij nog mee. Ik heb veel steun aan zijn advies.”
Moeder Trudie werkt al sinds haar 17e in de slagerij. “Zij is jong van geest, wil altijd direct mee in de nieuwe ontwikkelingen. Flatscreens? Doen! Kippengril? Doen! Vers belegde broodjes, verse maaltijden? Doen! Ze ziet het allemaal zitten!”
Dennis Gillissen is onstuitbaar enthousiast; in hoog tempo vertelt hij over de ontwikkelingen van het familiebedrijf. Hij noemt de eigenschappen die het bedrijf door de jaren kenmerken: ‘Vernieuwing, vooruit denken, stappen durven wagen. Mijn overgrootvader opende mede in 1930 een collectieve slachterij in Vlissingen, dat was toen uniek.
Dennis noemt het zelf ‘positief choqueren’, niet bang zijn voor innovatie. Zoals zijn eerste verbouwing, in 2000: “De hele gevel ging er uit, het werd echt anders. Na de heropening begonnen we met vers belegde broodjes en soepen. Dat kon niet! De horeca lachte ons uit, medewerkers hadden vraagtekens, net als grootvader. Maar na een paar weken ging het lopen, steeds beter.” Toch was hij niet helemaal gelukkig na de eerste verbouwing. “Het was toch te krap, benauwd.” En het begon al snel te kriebelen, het moest nog anders.
Klanten begrepen er niets van toen Gillissen eind 2008 wéér ging verbouwen. Dat was immers nog niet zo lang geleden (2000) al grondig gebeurd? En het was toch prima zo? Voor Dennis Gillissen lag het anders: “Er was een tweede stap nodig. Het slipte dicht. Ik wilde meer meters hebben, meer ruimte.” Maar hoe? Uitbreiden op de begane grond was geen optie. “Dan maar de lucht in”, zoals Van Speyk in 1831 heldhaftig riep aan de overkant van de Schelde. Dat bleek voor Gillissen inderdaad dé oplossing!
Nu hebben we stap twee van de verbouwing net achter de rug. Boven hebben we een aantal aparte ruimtes om te werken met onder meer een aparte rauwafdeling. Alles volgens de huidige eisen. De zaak is twee keer zo diep geworden, er hangen tv-schermen, we hebben een moderne kassa met recepten en we geven iedere twee weken een gratis boekje uit: Koken met de keurslager!